[Beuningen, Willem van]
BEUNINGEN (Willem van), geb. te Harlingen in 1811, overl. te Utrecht 13 Oct. 1899; zoon van Johannes Jacobus van Beuningen. Hij studeerde te Utrecht in de godgeleerdheid, en werd predikant te Rossum 7 April 1839, te Ameide in 1854; emeritus 1 Nov. 1882. Hij vestigde zich daarna te Utrecht. Hij schreef: Het geestelijk kantoor van Delft (Arnh. 1870); Brieven over geestelijke goederen (Arnh. 1863); De vicarie-goederen van Ammerzoden en Well (N. Rott. Cour. 30 Dec. 1878).
Hij was gehuwd met Henriette Boonen; hun zoon Hendrik Adriaan gaat hiervoor.
Zie: Visscher en van Langeraad, Biogr. Woordenb. van Prot. Godgel. in Ned. (1903) 1, 444; Kerkelijk Handboek (1903) Bijl., 153; (1907) Bijl., 101; Bibl. theol. et philos. (Lugd. Bat., Burgersdijk en Niermans 1900), no. 1053; Petit, Repertorium v. tijdschriftartikelen (Leiden 1900), kol. 1148.
Knipscheer