[Berthout, Lodewijk]
BERTHOUT (Lodewijk), gezegd van Berlaer, zoon van Jan Berthout en van Maria van Zubborch, overl. omstr. 1346, volgde zijn broer Jan (zie vorig art.) in 1328 op als heer van Helmond. Bij open brief van Febr. 1329 kocht hij van hertog Jan III, het dorp Keerbergen met toebehooren en eenige renten te Beveren, Duffel, Onzevrouwen Waveren en Geel en voorts het huis van Hamaiden met toebehoorden, zooals dat voormaals door Walraven van Dittersbeke in leen werd gehouden. Lodewijk van Berlaer behoorde tot de 80 edelen, die op 3 Dec. 1339 het zoogenaamde eeuwigdurend verbond tusschen Vlaanderen en Brabant bezegelden.
Hij was gehuwd met Johanna van Bentheim, dochter van Diederik en van Agnes (dochter van Dirk, heer van Heeswijk en Dinther). Hun afstammelingen lieten later den naam Berthout varen en bleven zich uitsluitend van Berlaer heeten. Uit dit huwelijk werden drie kinderen geboren: Walraven (zie kol. 108); Jan, ten wiens behoeve voor schepenen van Helmond op 11 Oct. 1346 zijn tante Elizabeth afstand deed van al de rechten, die zij op de nalatenschap van zijn vader (haar broer) zou kunnen doen gelden; Catharina, gehuwd met Arnoud de Roever Dirkszn, ridder, schepen van 's Hertogenbosch (1349-1383).
Zie: A. Sassen, De heeren van Helmond, 4 en 5; Krom en Sassen, Oorkonde betreffende Helmond no. XIX en XXI; Noord-Brabantsche Alm. (1889) 210 en 211; Moes en Sluiterman, Nederl. Kasteelen en hunne geschiedenis II, 163; A. Frenken, Genealogieën van enkele Meierijsche Geslachten 46; Taxandria 101 (noot); J. Heeren, Biogr. Wdb. van Helmond 29 en 30.
Heeren