[Bange, Jan Jaques]
BANGE (Jan Jaques), geb. te Amsterdam 2 Jan. 1785, overl. te Sappemeer 15 Dec. 1859. Hij studeerde in de godgeleerdheid te Göttingen, werd hulpprediker bij de luthersche gemeente te Amsterdam (vgl. F.D.J. Domela Nieuwenhuis, Gesch. der Amsterd. Luth. Gemeente (Amst. 1856), blz. 232-235), daarna predikant te Wildervank (30 Juli 1814), te Delft (1 Juli 1817) en te Sappemeer (Maart 1819), waar hij stierf als emeritus (sedert 1851).
Hij schreef: Hebben de zielen der afgestorvenen kennis van, en werking op onze omstandigheden? (Gron. 1819); Bloemlezing uit Hoogd. dichtstukken van Claudius, Burger en Blumauer (Gron. 1834; 2e dr. Zalt-Bommel 1836); Het boek der natuur opengeslagen .... (Gron. 1839); Tafereelen, fragmenten en aanteekeningen van een dorpspredikant .... (Gron. 1842); Onsterfelijkheid en wederzien (Gron. 1859). Jacobus Johannes Henricus Bange, die voorgaat, is zijn zoon.
Zie: J. Loosjes, Naaml. v. predikanten .... der Luth. Kerk in Ned. ('s Gravenh. 1925), 13.
Knipscheer