[Aylva, Wybren van]
AYLVA (Wybren van), Wybrand van A., overl. na 1587, zoon van Rienck en van Hille (Hylck) van Roorda en zwager van den bekenden Jan Bonga, een der hoofdmannen van de vrijheidspartij in Friesland.
Hij bewoonde Roordastate te Genum en behoorde onder degenen, die de zaak der vrijheid voorstonden. Hij had het Verbond der Edelen geteekend, had (volgens een lat. gedicht van Gellius Snecanus) als balling buitenslands gezworven en was ook gevangen geraakt, doch dit wordt door geen andere berichten bevestigd. Toen Sneek zich in 1572 voor den Prins verklaarde, ging dit met zijn volkomen instemming; hij werd toen tot Olderman der stad benoemd.
In het Leicestersche tijdvak zeer engelschgezind, volgde hij de lijn van den woeligen Hessel van Aysma en toen deze in 1587 Oostergoo tot het aanbieden der souvereiniteit aan koningin Elisabeth wist te bewegen en Westergoo, Zevenwolden en de steden zich daarbij aansloten, werden van Aylva en Dominicus
Richaeus van Postella naar Engeland gezonden. Daar dit echter buiten toestemming van den Adel en Eigengeërfden en tegen den zin van den stadhouder Willem Lodewijk geschiedde, werd dit gezantschap niet erkend als van staatswege afgezonden en het antwoord der koningin niet op den Landdag voorgelezen.
Hij huwde, volgens huw. voorw. van 19 Mrt. 1564, met Auck van Galama, die 10 Oct. 1587 testeerde, in 1602 nog leefde, en dochter was van Tonis v.G. en Cnier van Jousma. Uit dit huwelijk sproten zes kinderen.
Zie: Gellius Snecanus in Frisia Nobilis, 154; te Water, Verb. der Edelen II, 169-171; Scheltema, Staatk. Nederl; Blok, Gesch. Ned. Volk2 II, 254.
Regt