[Aylva, Ulbo van (2)]
AYLVA (Ulbo van) (2), geb. 1659 of 1660, overl. op Haniastate te Holwerd 26 April 1725, oud 65 jaar, zoon van Hans Willem (dl. I, 202) en van Frouck van Aylva. Hij was in zijn jeugd in militairen dienst, doch werd 18 Febr. 1679 grietman van Idaarderadeel en 28 Mei 1692 van Oost-Dongeradeel. Hij bezat goede kundigheden en groote karaktereigenschappen, waarom hij benoemd werd in de meeste staats-commissiën, zoo binnen als buiten Friesland. Hij had veel invloed in de kamer van Oostergoo en werd meermalen als politiek-commissaris afgevaardigd naar de friesche synoden, o.a. te Dokkum 1695, te Heerenveen 1697, te Bolsward 1706, te Harlingen 1715 en te Leeuwarden 1717.
In 1720 droeg hij zijn grietenij over aan zijn schoonzoon en leefde sedert ambteloos; bij zijn overlijden liet hij den roem na van een sieraad te zijn geweest van zijn geslacht en van zijn vaderland.
Hij huwde 6 October 1689 met Helena van Aylva, die 11 Nov. 1708 overleed en de dochter was van Sippe (Scipio) Meckema v.A. en van Lisck Fransdr. van Eysinga. Uit dit huwelijk sproot slechts één dochter: Frouck Elisabeth v.A., geb. 1692, overl. 11 Juni 1758, sedert 1712 de gade van Albertus Aemilius Lamoraal Rengers.
Zie: Scheltema, Staatk. Nederland; Baerdt van Sminia, Nieuwe Naaml. v. Grietm., 84, 85.
Regt