[Aylva, Tjaard van (4)]
AYLVA (Tjaard van) (4), geb. 20 Maart 1712, overl. te Hichtum 11 Sept. 1757, zoon van Cornelis en van Juliana thoe Schwartzenberg (zie het vorig art.).
Hij werd 7 Mei 1734 grietman van Baarderadeel en, na den dood zijns vaders, 9 Maart 1747 ook van Wonseradeel, dijkgraaf van de vijf deelen en van Wonseradeels zuiderzeedijken, gecommitteerde staat in het mindergetal, curator der hoogeschool te Franeker (Maart 1747) en lid der Staten-Generaal.
In 1744 werd hij naar eenige duitsche hoven afgevaardigd om deze te bewegen hun met Oostenrijk aangegane verdragen na te komen, welk gezantschap hij met lof heeft volbracht en dat getuigt van zijn goed doorzicht en groote bekwaamheid. Hij wordt ook geprezen als bevorderaar van kunsten en wetenschappen en als groot voorstander van godsdienstvrijheid. Hij was loszinnig van aard: als lid der Stat. Gen. te 's Gravenhage in de Lange Houtstraat woonachtig, hield hij daar (volgens v. Hardenbroek) ‘avond aan avond souper met hoeren en comediennes’ en ‘ging zich geregeld aan drank te buiten’. Dit alles wordt bevestigd door een brief van Mr. Gerard van Eversdijck (9 Maart 1753) aan Mr. Pieter Pous, uitgegeven en toegelicht door W. baron Snouckaert v. Schauburg in den Navorscher. Hij bevat een uitvoerig relaas van een hevigen twist tusschen v. Aylva en Mello de Castro, extra-ord. envoyé van Portugal, en waaraan bijna het geheele toenmalige corps-diplomatique te pas is gekomen. Mogelijk is hem toen van hoogerhand een wenk gegeven en is hij voorgoed naar Friesland vertrokken. Hij huwde te Hichtum 21 Nov. 1756 met Juliana Agatha thoe Schwartzenberg, geb. te Rinsumageest 28 Sept., 1731, overl. in 1798 en begr. te Rinsumageest, dochter van Jan Sicco en van Elisabeth Helena van Camstra. Dit éénjarig huwelijk is kinderloos gebleven.
Zie: Wagenaar XIX, 490; Scheltema, St. Ned.; B.v. Sminia, N. Naaml. v. Grietm., 237, 238; Navorscher, 1914, 98-101; v. Hardenbroek, Gedenkschr. I, 111, 268.
Regt