Nieuw Nederlandsch biografisch woordenboek. Deel 7
(1927)–P.J. Blok, P.C. Molhuysen– Auteursrecht onbekend
[pagina 63]
| |
A., die in 1416 te Witmarsum woonde, wordt vermeld als in 1441 in Westergoo woonachtig. Tot welke partij, Schieringers of Vetkoopers, hij behoorde is niet voldoende bekend. Doorgaans wordt hij (en deze opgave zal de juiste zijn) tot de partij der Vetkoopers gerekend, ofschoon er een getuigenis van eenen Jancke van Douma, van Oldeboorn, bestaat, die hem uitdrukkelijk een Schieringer noemt. Hoe dit zij, in 1420 haalde hij een stout stuk uit bij de vermeestering van het door de Hollanders (aanhangers van Jan van Beieren, dus Schieringers) bezette Makkum. Het verhaal gaat, dat Tjaard van Aylva door middel van een vreesaanjagenden brief, quasi door Sicko Sjaerdema, hoofd der Schieringers gezonden, en daartoe gesterkt met een van een anderen brief genomen zegel van Sicko, de bezetting van Makkum wist te doen aftrekken. Tjaard bezette daarop het slot, wat ten gevolge had, dat eerlang een bestand met de tegenpartij werd gesloten. Het Stamboek v.d. Fr. Adel deelt ook mede, dat met deze gebeurtenis het huwelijk van Tjaard's zoon Douwe met Edwert Sjaerdema, Sicko's dochter in verband staat. Met het oog op het door Tjaard gepleegd bedrog mag dit laatste zeker bevreemdend heeten en wel te meer omdat gemeld huwelijk pas 20 jaar daarna kan gesloten zijn. Tjaard moet omstreeks 1420 zijn gehuwd met Swob Juwsma en won, volgens genealogieën 4 kinderen, waaronder Epo (1) die voorgaat; Sytscke, het 2e kind testeerde in 1492 en was in 1447 gehuwd met met Goslick Juwinga, te Bolsward; Douwe, bovengenoemd, huwde Edwert Sjaerdema en heeft den naam Sjaerdema aangenomen; Ydt of Idt, het 4e kind, huwde eerst met Eelcke Heringa, van Rauwerd, en daarna met Sascker Jelmera. Zie: Nederl. Adelsboek 1912, 69; Schotanus, Gesch. van Friesland, 253. Regt |
|