[Assendelft, Willem van (1)]
ASSENDELFT (Willem van) (1), overl. in 1467, zoon van Dirk (2) en van Christina van Cralingen.
Van dezen Willem is 12 Oct. 1449 sprake, wanneer hij aan zijn broeder Gerrit (3) 4½ hoet gerst uit de tienden van Castricum verkoopt. Hij zegelt bij die gelegenheid 1 en 4 v. Assendelft, 2 en 3 v. Haerlem (Alg. Ned. Fam.bl. III, 184, noot). Willem fungeerde als baljuw in Assendelft, in de vrije heerlijkheid van zijn broeder Gerrit (3), werd door dezen in 1456 met eenige morgen lands in Maasland beleend en vond den dood in 1467 toen hij bij een oploop op Hemelvaartsdag binnen Haarlem werd doodgeslagen; hij werd in de kerk te Heemskerk begraven.
Bij zijn echtgenoote, Maria van Adrichem, was hij vader van 3 kinderen, t.w. Maria, non te Haarlem, Margaretha, non te Rijnsburg, en Claas v.A., ridder, die omstr. 1490 gehuwd is met Aleyd Freysvan Cuynre, erfdochter van Cuynre, Wilp, Urk en Emmeloord, overleden 1550), zij hertrouwde in 1495 met ridder Johan van Renesse van Wulven); Claas had bij haar een dochter: Maria, die Jan van Mathenesse huwde.
Zie: Batavia Illustr. II, 854; Wapenheraut VI, 8, 170 (gesl. Freys v.C.); Bijdr. Vad. Gesch. en Oudh. IVe R., dl. X, 16).
Regt