[Anrooy, Abraham Gijsbertus van]
ANROOY (Abraham Gijsbertus van), geb. te Zalt-Bommel 16 Oct. 1822, overl. te Kampen 15 Febr. 1897; zoon van Peter Gijsbert, apotheker te Z.B., en van Anna Margaretha van Tricht.
Hij werd 17 Sept. 1840 student in de theologie te Leiden en candidaat in Zuid-Holland 1846. Predikant te Brielsch-Nieuwland 9 April 1848, te Zwaag 6 April 1856 (waar hij slechts een half jaar bleef) te Kampen 9 Nov. 1856 en aldaar emeritus geworden 1 Mei 1894. Hij behoorde tot de moderne richting, was een ijverig en ernstig prediker en werd bij zijn gemeenten bemind en hooggeacht. Hij huwde te Brielle 22 Oct. 1851 met Cecilia Catharina van Andel, geb. te Brielle 10 April 1832, overl. te Brielsch-Nieuwland, dochter van Pieter v.A., notaris, en van Stephania Gerriëtta Johanna Brocx. Later hertrouwde Ds. van Anrooy met Mej. Presburg, maar liet bij geen van beide vrouwen kinderen na.
Hij gaf uit o.a.: Vier leerredenen, Een feestgave aan zijnen vader op diens 73sten verjaardag (Kampen 1858); nogmaals Vier leerredenen (Kampen 1862); en vertalingen: K. Fischer, De ware godsdienst .... over Lessing's Nathan de Wijze (Kampen 1864); A. Réville, Het leven van Jezus van Ernest Renan (Haarl. 1864); E. Langhans, De Heilige Schrift .... (Kampen 1867); F. Pécaut, De moderne orthodoxie en de hervormde kerk .... (Kampen 1868); H. von Sybel, De staatkunde van het ultramontanisme in de 19e eeuw (Kampen 1875).
Zie: Visscher en van Langeraad, Het Protest. Vaderland I, 183; Alg. Ned. Familieblad X, 8.
Regt