[Andreae, Daniël Petrus Hermannus van Bothnia]
ANDREAE (Daniël Petrus Hermannus van Bothnia), geb. te Hellevoetsluis 14 Maart 1832, overl. te Soest 21 Dec. 1896; zoon van Daniël Guillaume (zie vorig art.) en van A.A.L. de Quay.
Hij werd op ruim 15-jarigen leeftijd cadet te Breda, 8 Juli 1851 2e luit. bij het 7e regiment infanterie, 6 Maart 1856 1e luitenant en 23 Nov. 1859 overgeplaatst bij het regiment grenadiers en jagers. 24 Juli 1864 bevorderd tot kapitein, vroeg hij in 1872 detacheering voor 5 jaar bij het indische leger aan. Kort na zijn aankomst brak de oorlog met Atjeh uit. Kapitein Andreae werd bij de troepen in Atjeh ingedeeld en nam aan de krijgsbedrijven aldaar een zeer werkzaam aandeel, waarbij hij zich bijzonder wist te onderscheiden. Tweemaal werd hij eervol vermeld, 1e ter zake van het gevecht om en in Kampong Soerian 26 Juli 1874, en 2e ‘als hebbende zich onderscheiden bij de krijgsverrichtingen te Atjeh en wel bijzonder gedurende het tijdvak medio Aug. 1874-Febr. 1875 met name te Lemboe 7 November’. Hij behoorde tot het 3e bataillon inf. van het O.-I. leger, tijdens dit bataillon de wapenfeiten verrichtte, waarvoor het de Milit. W.O. aan het vaandel gehecht zag.
Op 11 April 1876 bevorderd tot majoor, keerde hij weinige maanden daarna naar Nederland terug, werd ‘à la suite’ geplaatst bij het 7e regiment en 19 Juli 1877 overgeplaatst bij het 5e regiment infanterie, waar hem het commando over het 3e bataillon, in garnizoen te Nijmegen, werd opgedragen. Hij bleef het commando voeren tot zijn benoeming tot luit. kolonel 28 Sept. 1879 met overplaatsing bij het 3e regiment. 10 Mei 1886 werd hij bevorderd tot kolonel en benoemd tot plaatselijk commandant van Amsterdam.
Kort na deze benoeming brak het z.g. ‘palingoproer’ te Amsterdam uit, dat door kolonel Andreae werd gedempt. Op 25 Sept. 1889 werd hij, na een diensttijd van ruim 38 jaar als officier, op pensioen gesteld, met toekenning van den rang van generaal-majoor. Hij was 10 Dec. 1879 te Nijmegen gehuwd met Robertine Clémence de Bruyn, geb. te Utrecht 16 April 1845 (dochter van Maurits Johan de B. en Adriana Margaretha barones van Zuylen van Nievelt) doch liet geen kinderen na.
Zie: Wereldkroniek, Jan. 1897 (met portret); Ned. Patric. III, 7.
Regt