Nieuw Nederlandsch biografisch woordenboek. Deel 6
(1924)–P.J. Blok, P.C. Molhuysen– Auteursrecht onbekend
[pagina 1318]
| |
veen, terwijl hij voor zijne geestelijke ontwikkeling ook veel te danken had aan den lateren hoogleeraar S. Muller, toen nog leeraar bij de doopsgezinde gemeente Zaandam-Oost. Sinds 1816 oefende hij met zijn broeder Hendrik handel uit in granen; samen dreven zij ook eene pelderjj. Hij was 14 Juli 1813 gehuwd met Neeltje Vis, die hem met hun kinderen Aagtje, Jan en Dirk Hendrik zou overleven. Hij was sinds 1833 bestuurder der Alg. Doopsg. Societeit, sinds 1838 vice-president van de vergadering der bestuurderen en heeft in dat ambt voor zijn kerkgenootschap veel gedaan. Men heeft van hem, behalve onuitgegeven gedichten, als De invloed van het Christendom op het lot der vrouwen, Eene uitboezeming op Jan van Speyk, in druk: Dichtproeven (z.p. en j.), alleen gedrukt voor naastbestaanden en vrienden). Zie: S. Blaupot ten Cate, Herinneringen vóór genoemden bundel. L. Knappert |
|