de vereenigde pogingen van den Jezuïet Franciscus de Paula Triesnecker en baron van Utenhove. Zij werd later door de trigonometrische meting van generaal Krayenhoff bevestigd. Met C.L. Brunings en W.A. de Beaufort, curator der utrechtsche universiteit, deed hij enkele waarnemingen van eclipsen der satellieten van Jupiter, welke door Lalande zeer belangrijk werden genoemd. In het vaderland kenden weinigen van Utenhove's verdiensten, maar ruimschoots gewerd hem waardeering uit het buitenland. Lalande, von Zach, Bode en anderen onderhielden blijvende vriendschap en briefwisseling met hem. Ook Arago schatte hem hoog. Op aansporen van von Zach gaf hij de door Darquier uit het Duitsch in het Fransch vertaalde cosmologische brieven van Lambert, van zijne aanteekeningen voorzien, bij van Keulen te Amsterdam uit. Aan een der gevels van het oude brughuis te Jutfaas zag men voor honderd jaar een in marmer gehouwen 8-vormige figuur, een lijn van twaalf uren omslingerend. Een versregel van Vergilius, Georg. I, 463, was er in gebeiteld: Solem haec dicere falsum audeat. Het was een meridiaan, aanwijzende, hoeveel een goed loopend horloge dagelijks op den middag met den zonnetijd verschillen moet: van Utenhoven's werk en berekening en destijds de eenige van dien aard hier te lande (het voorwerp is thans in mijn bezit).
Van Utenhove was lid van het amsterdamsche wiskundig genootschap ‘Eene onvermoeide arbeid komt alles te boven’, van het Koninklijk Instituut, de Maatschappij der Wetenschappen te Haarlem, de Koninklijke Academie te Brussel, het Bataafsch Genootschap der Proefondervindelijke Wijsbegeerte te Rotterdam en het Utrechtsch Provinciaal Genootschap, terwijl de Maatschappij Felix Meritis hem tot honorair lid benoemde. In de werken van het Koninklijk Instituut gaf hij drie verhandelingen: over het onderscheid van spherische en parabolische spiegels; over de verdeeling van den omtrek des cirkels in gelijke deelen; en over de bestendigheid der middelpuntvliedende krachten, niettegenstaande de veranderlijke snelheden in de cycloïdale beweging, welke in volgorde te vinden zijn in de Nieuwe verhand. v.d. Eerste klasse v.h. Kon. Ned. Inst. II, 107, in de Verhandelingen enz. IV, 92, en in de Nieuwe Verh. enz. I, 145. Van Utenhove was gedurende twaalf jaren lid der Tweede Kamer, lid van de Staten der provincie Utrecht en hoogheemraad van het College van de Eem. Zijne weduwe, jonkvr. J.J.G. Rutgers van Rozenburg, die 17 April 1880 op den huize Groenendaal te Jutfaas overleed, gaf zijne wiskundige boekerij ten geschenke aan de bibliotheek der utrechtsche universiteit.
Zie: Algemeene Konst- en Letterbode 1839, nos. 34 en 35.
Römer