U.
[Ufkens, jonker Popko]
UFKENS (jonker Popko), geb. te Appingedam, datum onbekend, kwam om bij Hardenberg 17 Juni 1580; hij was gehuwd met Tieth Jarges (geb. 1538, overl. 1608, dochter van Coppen Jarges en Eva Froma).
Ufkens was een rijk edelman, die eerst het volle vertrouwen van den graaf van Megen had, hoewel deze hem verdacht van geusgezindheid. In 1566 teekende hij niet het Compromis, hij was er niet voor aangezocht; dit schijnt hem geërgerd te hebben en hij vroeg of hij niet waardig was om zijn vaderland te dienen. Om geheime aanslagen te voorkomen, verliet hij in Febr. 1568 Groningen en vestigde zich in Emden, 23 Mei 1568 vocht hij bij Heiligerlee en 21 Juli 1568 ontkwam hij aan de nederlaag bij Jemmingen. Door Alva beschuldigd van deelneming aan den beeldenstorm, werd hij 10 Jan. 1570 verbannen. Hij ging nu voorgoed in Oostfriesland wonen; Febr. 1570 bood hij den Prins van Oranje een vendel soldaten aan en steunde zooveel hij kon de landgangen in Friesland. Hij stond bij de Gravin-weduwe in hoog aanzien, evenals bij den drost. Manninga Ufkens besteedde groote sommen om de ondernemingen der Watergeuzen te steunen. Mei 1570 wilde hij een aanslag op Vlissingen of Enkhuizen doen, maar de drost van Emden nam alles in beslag, zoodat het plan niet kon worden uitgevoerd. Begin Oct. 1570 werd hij door de Gravin-weduwe naar den Prins van Oranje gezonden om eenige misstanden bij de Watergeuzen op te ruimen; einde Oct. 1570 komt hij in Emden terug met brieven van den Prins. Hij had het verzoekschrift geteekend, dat op 17 Oct. 1570 bij den Rijksdag te Spiers werd ingediend. Najaar 1570 rustte hij in Emden weer schepen uit. 26 Oct. 1571 kreeg Ufkens een volmacht van Oranje om in Groningerland geld te verzamelen. Apr. 1572 was hij in Emden voor de Watergeuzen werkzaam. Hij was een vurig aanhanger van Oranje en de partij van den opstand. Apr. 1575 onderhandelde hij met graaf Johan van Oostfriesland. In 1576 te Groningen terug, was hij Raad van den graaf van Rennenberg, en stond in hooge gunst. Hij deed alles om het verraad te voorkomen, maar moest de stad verlaten; hij werd 17 Juni 1580 door de soldaten van Schenk gedood in den slag bij Hardenberg.
Zie: de Haan Hettema, Stamboek Friesche Adel I, 68; van Vloten, Nederl.
Volksopst. (1858) I, 144, 308; Franz, Ostfriesland und die Niederl., 171, 172, 239; van Someren, Corr. de J. de Wesenbeke, 83; Wagenaar, VI, 320; Klopp Ostfr. Gesch.