[Thielens, Ambrosius]
THIELENS (Ambrosius) of Tielens, geb. te Herenthals in 1625, Norbertijn in de abdij te Tongerloo, 22 Febr. 1647, priester gewijd 18 Sept. 1649, overleed aldaar 14 Febr. 1697. Hij behaalde te Leuven aan de universiteit den graad van licentiaat in de theologie, 17 Juni 1568, en was aldaar ‘prior vacantiarum’. Daarna was hij werkzaam als lector der theologie in de abdij, 1653, en in het norbertijnsch college te Leuven, 1656. In 1660 werd hij door zijn abt afgevaardigd als vertegenwoordiger op het generaal-kapittel te Prémontré. 4 November 1663 werd hij benoemd tot pastoor te Waalwijk, parochie zijner abdij. Onder veel vervolging en lijden verzorgde hij ter sluik zijn van alles beroofde parochie. 25 Sept. 1669 keerde hij naar Leuven terug en bestuurde als president het college zijner orde, 1670-1687. Zijn laatste jaren sleet hij in de abdij. Het necrologium van zijn klooster prijst zijne geleerdheid en godvruchtigheid, zijn ijver en zijne groote kloosterlijke deugden. Uit nederigheid wilde hij den doctorstitel, die hem meermalen aangeboden was, niet aannemen.
Zijn geschilderd portret bevond zich vroeger in de kapittelzaal te Tongerloo.
Gedrukt zijn van hem te Leuven: Theses theologicae de Sacramentis in genere et specie, door zijne leerlingen in 1656 te Tongerloo verdedigd.
Zie: W.v. Spilbeeck, Necrologium B.M.V. de Tongerloo (Tongerloo 1902) 32; L. Goovaerts, Ecrivains de l'ordre de Prémontré II, 247; Analectes hist. eccl. Belg. XX (1890), 395-96, XXXIX (1913), 223.
Fruytier