Nieuw Nederlandsch biografisch woordenboek. Deel 6

[Sterk, Augustus Elink]

STERK (Augustus Elink), geb. te 's Gravenhage 12 Jan. 1839, overl. te Haarlem 10 Febr. 1899, was de zoon van A. Elink Sterk, ambtenaar aan het departement van Financiën.

Hij werd in het bouwvak opgeleid en studeerde eenige jaren in het buitenland. Op 22 Nov. 1860 werd hij opzichter 5de klasse, en op 14 Jan. 1862 bouw- en werktuigkundige 3e klasse bij den aanleg der Staatsspoorwegen. Hij werd te Arnhem geplaatst en had deel aan den aanleg der spoorweglijn Arnhem-Zutfen. Op 5 Aug. 1867 werd hij benoemd tot opzichter van den Haarlemmermeerpolder, in 1880 tot ingenieur van dien polder, hetwelk hij bleef tot zijn overlijden. Hij was in het vak van stoomwerktuigkunde zeer bedreven, hoewel hij bij zijne bestrijding van A. Huet (kol. 818) in 1896 zijne beweringen niet heeft kunnen volhouden. Zeer verdienstelijk waren zijne onder-

[p. 1263]

zoekingen omtrent kwel door de dijken in verband met regenval en verdamping.

Men heeft van hem: Rapport naar aanleiding van eenige adressen van ingelanden van den Haarlemmermeerpolder tot verlaging van den waterstand gedurende de wintermaanden (Haarlem 1874); Zwakke zijden in Gids van 1875, 3de deel, blz. 470; Over de onderwaterzetting van de Amsterdamsche verdedigingslinie in Rijnland in Dagblad van Zuid-Holland en 's Gravenhage van 26 Jan. 1876; Plaatijzer in een nieuwen vorm in Tijdschrift van het Koninklijke Instituut van ingenieurs 1886-1887, blz. 296; Over het rendement van stoomketels in Notulen K.I.v.I. 1887-1888, blz. 137; Over een plan tot reconstructie van het stoomgemaal Lynden in Notulen K.I.v.I. 1891-1892, blz. 105; Over de verdamping van stoomketels in Tijdschrift K.I.v.I. 1895-1896, blz. 101; Over de watervoorziening in de stelling Amsterdam in Ingenieur van 2 en 23 Mei 1896; Over gebruik van stoomtoestellen in Ingenieur van 6 Juni 1896; Nadere beschouwingen betreffende de leer van A. Huet over de verdamping van stoomketels in Notulen K.I.v.I. 1896-1897, blz. 30; Over de droogmaking en drooghouding van den Haarlemmermeer in Gedenkboek 1847-1897 K.I.v.I., blz. 159.

Ramaer