Hij werd nog pastoor aan het hof te Brussel, kanunnik en scholaster van St. Gudule en censor librorum van het aartsbisdom Mechelen. Hij overleed na vooral het college der theologanten te Leuven bedacht te hebben, waarschijnlijk in 1630.
Zie: Analectes hist. eccl. Belg. XVII, 194, 214, 218, 232; Foppens, Bibliotheca Belg. I, 464; Biogr. nat. Belg. XXII, 832; Bijdr. geschied. Brabant II, 370.
Fruytier