[Schols, Dr. Charles Mathieu]
SCHOLS (Dr. Charles Mathieu), geb. te Maastricht 28 Mrt. 1849, overl. te Delft 10 Mrt. 1897, was de zoon van Johannes Petrus Georgius Schols en Maria Hubertina Hendrica Josepha Ubaghs. Hij was leerling der hoogere burgerschool in zijne geboortestad, nam, nadat hij op schitterende wijze in 1866 aan het eindexamen dier school voldaan had, nog een jaar privaatles, vooral in wiskundige vakken, en studeerde van 1867 tot 1871 aan de polytechnische school te Delft. Niettegenstaande zijne gezondheid toen reeds slecht was (hij kon b.v. bij kachelwarmte niet werken, maar kwam zich des winters bij een contubernaal even warmen als de koude in zijne kamer niet uit te houden was), blonk hij bij de examens bijzonder uit.
In 1871 civiel-ingenieur geworden, was hij een jaar werkzaam bij de werken van de rivier de Waal onder den ingenieur van den Rijks waterstaat R.O. van Manen te Nijmegen. Met ingang van 1 Sept. 1872 werd hij benoemd tot leeraar in de wiskunde, de landmeetkunde, het waterpassen en de geodesie aan de militaire academie te Breda. Deze betrekking verwisselde hij 1 Sept. 1878 tegen die van hoogleeraar in de drie laatstgenoemde vakken aan de polytechnische school te Delft, waartoe hij bij Koninklijk besluit van 12 Juli te voren benoemd was. Hij werd in 1881 lid der Rijkscommissie voor graadmeting en waterpassing, die den door Dr. L. Cohen Stuart (III kol. 247) aangevangen arbeid, na diens overlijden in Juli 1878 voortzette, wat betreft de nauwkeurigheidswaterpassing, en die tevens den door Dr. F.J. Stamkart aangevangen arbeid, betrekkelijk de graadmeting, na diens overlijden in Jan. 1882 voortzette. In 1886 werd met een geheel nieuwe triangulatie van Nederland begonnen, die ter vervanging van het voor den tegenwoordigen tijd niet meer voldoende driehoeksnet van generaal C.R.T. Krayenhoff (II kol. 719) moest dienen. Sedert 1888 werd hieraan een driehoeksnet van lagere orde ten behoeve van het kadaster en van de rivierkaarten toegevoegd. Bij het overlijden van Schols aan eene slepende ziekte waren deze werken nog niet voltooid.
Schols werd in 1880 benoemd tot lid der Koninklijke Akademie van wetenschappen. Van 1884 tot 1887 en van 1888 tot 1893 was hij lid van het bestuur van het Koninklijk Instituut van ingenieurs. In 1886 werd hij door den Senaat der Leidsche universiteit benoemd tot doctor honoris causa.
Men heeft van hem: Leerboek voor landmeten en waterpassen, met atlas (Breda 1879; in 1912 verscheen van dit werk de 9e druk, bewerkt door F.J.H.M. Thijs); Bijlage Q van het Jaarboekje van het Koninklijk Instituut van Ingenieurs, afdeeling Landmeten en waterpassen jrg. 1893; Opmerkingen naar aanleiding van eene voordracht van Dr. E.F. van Dissel over formulen ter berekening van de hoeveelheid water, geloosd door eene sluis in Notulen K.I.v.I. 1880-1881 (12 Apr. 1881), blz. 69; Opmerkingen over eene voordracht van R.O. van Manen over het berekenen van de coördinaten der getrianguleerde punten voor de topografische en rivierkaarten in dezelfde Notulen (8 Juni 1885), blz. 139; Over de theorie der fouten in de ruimte en in het platte vlak in Verhandelingen afdeeling Wis- en Natuurkunde der Koninklijke Academie van Wetenschappen 10e deel (1875), afzonderlijk gepagineerd;