hij verplaatst naar den Helder. Hier ontwierp hij het fort op de Harsens, het eerste, waarbij draaibare pantserkoepels toegepast werden. In Juli 1882 werd hij met behoud zijner standplaats eerstaanwezend ingenieur.
Toen de japansche regeering in 1883 ten behoeve van den aanleg van kustversterkingen een nederlandsch genie-officier in dienst wenschte te nemen, werd van Schermbeek door het nederlandsche gouvernement daarvoor aangewezen. Omtrent hetgeen hij in Japan ontworpen heeft, zijn geen bijzonderheden bekend. Men was er zeer tevreden over zijne diensten. Het is jammer, dat het eigenlijk reeds te laat was om meerdere nederlandsche ingenieurs in het rijk van de rijzende zon geplaatst te krijgen. De groote mogendheden hadden er reeds te veel invloed.
Van Schermbeek werd na zijne terugkomst in Nederland met ingang van 1 Jan. 1887, ter standplaats Utrecht, bij de genietroepen, het korps, vroeger mineurs en sappeurs genaamd, geplaatst. In 1888 kreeg hij opnieuw verlof, om in dienst van de vereeniging ter bevordering van de uitvoering van werken in het buitenland een voorontwerp te maken ter voorkoming van de hooge waterstanden in de Hoang-Ho of Gele Rivier in China In Sept. 1887 had een der van tijd tot tijd aan die rivier voorkomende rampen, gepaard met dijkbreuken, plaats gegrepen en daarbij waren eenige millioenen menschen om het leven gekomen. Eerst in Jan. 1889 was de voornaamste dijkbreuk gedicht. Eenzelfde ramp was in 1879 voorgekomen.
In Maart 1889 begon hij van uit Tientsin eene reis, vergezeld door den aannemer A. Visser Gz. en den civiel ingenieur B.M. Blijdenstein, tot vrij ver in het binnenland, waarbij opnemingen verricht, kaarten vervaardigd en onderhandelingen met verschillende autoriteiten gevoerd werden. Als tolk was aan het gezelschap verbonden de Engelschman W. Collingridge Bing, die hier te lande schoolonderwijs gehad had. Toen van Schermbeek in het achterland van China kwam, werd hij (gelijk vanzelf sprak) aan iedereen voorgesteld als nederlandsch mandarijn. Langzamerhand leerde hij eenige chineesche woorden. Dikwijls werden de reisgenooten voor vreemde duivels uitgekreten, en de kinderen vluchtten dikwijls voor hen. Eens werd van Schermbeek in een herberg door den kastelein aangesproken als: mijnheer mandarijn vreemde duivel.
De chineesche regeering is door de tegenwerking van vertegenwoordigers van groote mogendheden niet ingegaan op de door de vereeniging aan haar gedane voorstellen. De nederlandsche consul, J.J.B. Heemskerk te Shanghai, had hare kansen van slagen trouwens veel te rooskleurig voorgesteld.
Op 2 Febr. 1890 trad van Schermbeek weder in rijksdienst, en wel als eerstaanwezend ingenieur te Arnhem. In den tijd, dat hij hier in garnizoen was, heeft hij in verschillende plaatsen zeer toegejuichte voordrachten over zijne ervaringen in China gehouden. Daar werd ook de chineesche regeeringsvorm behandeld, dien hij schetste als patriarchaal despotisme met democratische stroomingen.
In 1893 werd hij benoemd tot directeur der vennootschap de Koninklijke tapijtfabriek te Deventer. Naar aanleiding daarvan werd hij op zijn verzoek bij Koninklijk besluit van 8 Juli 1893 als genie-officier gepensionneerd. Hij was kort te voren naar Bergen op Zoom verplaatst, maar is daar niet in garnizoen geweest. Op