[Schenckel, Petrus]
SCHENCKEL (Petrus), Augustijner-monnik, geb. te 's Gravenhage in 1594, zoon van den geneesheer Antonius Schenckel, overleed te Mechelen 8 Juli 1675. Eerst was hij novice in het klooster der Wilhelmieten te Aalst, dan ging hij over naar het klooster der Eremieten van Sint Augustinus te Gent, waar hij zijne geloften aflegde. Te Spiers bestuurde hij als prior het klooster zijner orde. Hij werd om zijne welsprekendheid voor een der groote predikers van zijn tijd gehouden en was gedurende 40 jaar het sieraad van den kansel. Hoewel een geleerd man (hij behaalde te Douai den graad van doctor in de theologie), bleef hij steeds nederig. Hij was een bijzondere vriend van Sweertius.
Eenige werkjes in druk zijn van hem bekend gebleven: Directorium juris pontificii et explanationes terminorum in Francisco Toleto occurentium (Antv., typ. Belleri, 1628); Conciones Dominicales (Antv. 1654, 1657) 2 dln.; Philomela mystica sive canticum ecclesiasticum, Benedicite omnia opera Domini Domino. Ex capite tertio Danielis explicata et raris et jucundis historiis instructa (Brux., Joan. Momarts, 1660); Elucidationes locorum difficilium tragediarum Senecae et Horatii (z. pl. of j.).
Zie: Jos. Lantherus, Postrema saecula sex relig. August. illustriores viri. (Rom. 1840) III, 104; Foppens, Bibl. Belg. II, 1008; Sweertius, Athenae Belgicae 633; Keelhof, Gesch. van het klooster der P. Eremyten Aug. te Gent (Gent. 1864) 244.
Fruytier