[Rijne, Dr. Willem ten]
RIJNE (Dr. Willem ten) of ten Rhijne, gedoopt te Deventer 19 Jan. 1649, overl. te Batavia 1 Juni 1700 (zie de generale missive van G.G. en R.R. aan de XVII d.d. 1 Dec. 1700), was de zoon van Israël ten Rijne en van diens tweede vrouw, Anneken Peters. Na eerst het deventer Athenaeum bezocht te hebben, zette hij zijne studiën te Leiden voort en promoveerde aldaar in 1669 tot doctor in de geneeskunde op een dissertatie over de jicht. Als geneesheer der O.I. Compagnie vertrok hij 11 Juni 1673 met het schip Ternate naar Indië met den rang van koopman. Door G.G. en R.R. werd hij bij resolutie van 22 Sept. 1679 benoemd tot Compagniesdokter op Sumatra's Westkust en keerde van daar in Nov. 1680 met het jacht Rammekens naar Batavia terug, waar hij in 1681 tot lid van den Raad van Justitie werd benoemd.
Hij hielp van Reede aan zijn Hortus malabaricus en gaf verder een reeks werken uit op botanisch en medisch gebied, waaronder: Meditationes in Hippocratis textum XXIV de veteri medicina.... (1672); De anthritide, de chymiae et botanicae dignitate, de physiognoia, de monstris (Lond. 1683); Schediasma de promontorio Bonae Spei .... (Schafh. 1686, Basil. 1716); Oratio de chemiae et botanicae antiquitate et dignitate, cum ejusdem diss. de anthritide et aupunctura et de moxa (Lond. 1683); Fasciculus rariorum plantarum ab ipso in promptuario Bonae Spei collectarum, ex India ad Jac. Breynium transmissarum.... (1678); Verhand. van de Arabische melaatzije (Amst. 1687); van enkele zijner geschriften bestaan vertalingen in het Engelsch en Hoogduitsch.
Zijn portret door J. Sturt is te vinden in zijn Oratio de chemiae et botanicae antiquitate et dignitate. (Londen 1683).
H. Kronenberg