[Regout, Eugenius Bernardus Hubertus]
REGOUT (Eugenius Bernardus Hubertus), geb. te Maastricht 20 Apr. 1831, overl. te Wijkerveld, gemeente Meersen, 2 Mei 1908, was de derde zoon van P.D. Regout (die volgt) en M.A. Hoeberechts. Hij ontving technische opleiding te Luik en kwam in 1849 in de zaken van zijn vader. Een jaar na het overlijden zijns vaders werd de commanditaire vennootschap P. Regout en Co. opgericht, aan welke de fabrieken van kristal, glas en aardewerk te Maastricht en die van tegels en aardewerk te Limmel (vroeger gemeente Meersen, thans Maastricht) behoort. De oppervlakten dezer fabrieken zijn thans respectievelijk 9 en 6 hectaren. Toen zijn broeder H.G.L. Regout in 1881 tot lid der Eerste Kamer gekozen werd, werd hij 17 Aug. van dat jaar in zijn plaats tot lid der Provinciale Staten van Limburg gekozen. Hij had bijzonder veel belangstelling in de vragen, waartoe de heugemsche overlaat aanleiding gaf. Hij beschouwde dezen als bijzonder verderfelijk en heeft veel moeite gedaan om hem opgeheven te krijgen. Dit is eerst na zijn overlijden althans gedeeltelijk geschied. Bij zijne periodieke aftreding werd hij 28 Mei 1895, hoewel weder candidaat gesteld, vervangen door zijn neef, den lateren minister van Waterstaat Mr. L.H.W. Regout.
Hij huwde 2 Mei 1854 met C.H.V. Bonhomme, overl. 9 Mei 1861, en hertrouwde 2 Febr. 1864 met M.L.H. Regout, overl. 6 Febr. 1906. Bij de eerste had hij vier zonen en vijf dochters.
Ramaer