1577 voor de kerk een schoone remonstrans aan; in 1592 en 93 deed hij een zevental klokken gieten en hergieten om het merkwaardig klokkenspel van Enghien te verbeteren en in 1598 zorgde hij voor de vernieuwing van het torenuurwerk. Als bewijzen van de vrijgevigheid van pastoor Planen bewaart men nog in de sacristij een prachtigen kelk in renaissance-stijl, geschonken 1610; een zilveren kruis, kunstig gedreven geschonken 1597 en een zoogenaamden calvarieberg, fijn bewerkt. In 1610 nam Theod. Planen ontslag als pastoor. 7 Mei 1614 stichtte hij een beurs van 52 gulden in het college van den H. Geest te Leuven en drie beurzen van 120 pond in het college van Standonk voor zijne koorknapen, te begeven door de broederschap van O.L. Vrouw. De inkomsten van die beurzenstichting brachten in 1873 nog 129 franken op. Krachtens Koninklijk besluit, 14 Jan. 1822, is hieruit een beurs gesticht voor studenten der theologie van Enghien, Asperen of Antwerpen en ter begeving van het seminarie te Mechelen. Hij stichtte ook een jaarlijksche rente voor het onderwijs der dagschool en een voor den catechismus, 14 Mrt. 1614. Zijn rijke bibliotheek had hij geplaatst in een vertrek boven het portaal der kerk en stelde ze ten gebruik tegen ontvangbewijs. Deze verzameling, volgens den door hem opgestelden catalogus zeer belangrijk, schonk hij aan de Broederschap van O.L. Vrouw. Hij stelde een van hen tot bibliothecaris aan, tegen eene jaarwedde en voegde er een jaarlijksche rente aan toe van 8 pond om boeken te koopen volgens aanwijzing van den pastoor. Slechts enkele boeken zijn er nog van overgebleven. Nog stichtte hij voor zich een jaargetijde, dat nog geschiedt. Pastoor Planen overleed, betreurd door geheel Enghien, dat hem als een heilige beschouwde. Hij werd in de kapel op het kerkhof begraven te midden zijner parochianen. Het kerkhof is in een park veranderd, doch de kapel met den grafsteen van pastoor Planen is behouden gebleven. In een der pilaren van den kruisbeuk der
kerk heeft de Broederschap een steen met opschrift geplaatst, dat de gedachtenis aan de vele weldaden van den pastoor levendig houdt. Matthieu noemt de heeren van Breda onder de voorouders van Th. Planen. Hij bedoelt vermoedelijk de heeren van Polanen.
In de sacristij te Enghien bevindt zich een houten paneel met op beide zijden een portret van Th. Planen en zijn familiewapen; het een is geschilderd 1595, het andere stelt hem voor als grijsaard.
Zie: Ern. Matthieu, Histoire de la ville d' Enghien (Mons 1878) I, 230, II, 447, 450-52, 457, 464, 465, 468-69, 516, 528, 529, 531, 534, 623, 669, 671, 673; Analectes hist. eccl. Belg. XVII (1881), 190, 206, 207; Handboekje zaken R.- K. eeredienst, 1872, 358.
Fruytier