[Pinto, Aäron de]
PINTO (Aäron de), afstammeling van Abraham de Pinto (zie ald.), was in het begin der 18de eeuw president der portugeesch-joodsche gemeente te Amsterdam. In den strijd tusschen den portugeeschen en hoogduitschen opperrabbijn te Amsterdam over de messiaansche beroering, die daar toen was, voegde zich het bestuur der portug. gemeente naar de decisie van den hoogduitschen opperrabbijn chacham Tsewie. Diens portugeesche collega, Aylion, beklaagde zich bij de Pinto over zijn achteruitstelling, zoodat het bestuur nu uitleg van zijn decisie aan Chacham Tsewie vroeg, die dit weigerde. Het gevolg van deze actie was, dat Chacham Tsewie zijn strijd tegen de messiaansche beweging verloor en Amsterdam moest verlaten, terwijl hij een der grootste joodsche geleerden van Nederland was.
Aron de Pinto alias Jnigo (Lopes) Pinto, zoon van Abraham de Pinto (zie art.), vestigde zich in den winter van 1646 te Rotterdam, waar hij zich besnijden liet en openlijk Jood werd met zijn broeders, vader en oom.