kathedraal, 1 Juni 1568. Op het provinciaal concilie te Leuven 9 Mei 1574 was mag. Gerardus Petri de Steensel notaris en scriba. 20 Mei 1574, bij de sluiting van het concilie, kondigde hij de decreten van het concilie af in de St. Pieterskerk te Leuven. Gerardus Petri deelde in de treurige wederwaardigheden van zijn bisschop, behalve in diens tweejarige gevangenschap, tijdens het schrikbewind der Calvinisten in Vlaanderen 1577-84. IJperen was 1581-84 in hunne macht, zoodat zij aldaar niet konden verblijven. 1 Aug. 1583 vertoefde hij met zijn bisschop te Rijssel, van daar vertrok hij met hem naar Veurne, na de overgave dier stad 24 Juli, waar hij 12 Aug. aankwam. Hij volgde den bisschop met den kanunnik Adriaan van Zeeland op zijn tochten in de omstreken om de kerken te herwijden en de zieken bij te staan, daar de meeste priesters verdreven waren. De pest, die de streek teisterde, nam toe; Gerard Steensel en Adriaan van Zeeland werden aangetast en bezweken; Steensel het eerst. 25 Maart 1583 had hij in plaats van zijn kanunnikdij van Veurne een prebende van de St. Martinuskerk verkregen en tevens het pastoraat van O.L. Vr. ten Briel te IJperen. Hij kon er geen bezit van nemen.
Zie: Sanderus, Flandria illustrata II, 2 ed. 279; Schutjes, Gesch. bisd. 's Hertogenbosch II, 229; v.d. Peereboom, IJpriana VI; de Ram, Synodicon Belgicum I, 173, 193, 221.
Fruytier