[Peene, Mathilde van]
PEENE (Mathilde van), geb. 16 Jan. 1829 te Koewacht (Zeeland), waar haar vader geneesheer was, overleed te Aeltre (West VI.) 29 Aug. 1885.
Zij huwde 1853 met meester Léonard F. David, onderwijzer in de gemeente Aeltre. Hare kinderjaren bracht zij door bij hare grootouders Vermandel te Zaamslag, daar hare geboorte aan hare moeder het leven gekost had. Zij ontving onderricht aldaar op de gemeenteschool en bracht daarna twee jaren door bij den onderwijzer te Zuiddorpe. Hare verdere opvoeding werd voltooid op een kostschool te Gent. Haar aanleg voor de dichtkunst werd door haar echtgenoot, die ook eenige letterkundige werken uitgaf, aangemoedigd.
Een groot aantal gedichten en schetsen uit hare pen vindt men in de vele tijdschriften, waaraan zij medewerkte, zooals: Nederduitsch letterkundig jaarboekje, De Rederijker (Antw.), De Klauwaart (Brussel), Vaderlandsche liederen (Bruss. 1856), Cadsandria, zeeuwsch jaarboekje (1858-60), Leesmuseum (Gent), De Vlaamsche school (Antw.), Noord en Zuid (Brussel), enz. Afzonderlijk verscheen: Hulde aan zijne majesteit Leopold I, koning der Belgen, bij den 25sten verjaardag zijner troonbektimming (Brussel 1856) 14 blz.; De Zaterdag in Zeeland (Gent 1860) 10 blz.; Abd-el-kader (Gent 1860); De heer en mevrouw Schuit, op de 25ste verjaerdag van hun huwelijk (Gent 1861); Gebroken harten (Gent 1863); Mirteblaren, gedichten (Antw. 1870) 198 blz.; De