[Ouderogge, Jan Cornelisz. (1)]
OUDEROGGE (Jan Cornelisz.) (1), geb. te Amsterdam in 1573 of 1574, als zoon van Cornelis Jan Symonsz. en Marie Gerrits Ouderogge, trouwde aldaar in 1598 met Hillegont Dirks Strijckers en overleed er 29 Augustus 1625. Hij was klokkengieter van beroep, zijn gieterij stond buiten de Heiligenwegspoort.
Toen de Admiraliteit op de Maze in 1613 een eigen geschutgieterij oprichtte te Rotterdam, liet zij spoedig daarop Ouderogge overkomen uit Amsterdam om aan het hoofd van het bedrijf te staan. Hier is hij toen eenige jaren als geschut- en klokkengieter werkzaam geweest. De stad Rotterdam gaf hem weldra opdracht voor het gieten van drie kanonnen, terwijl in 1621 onder zijn leiding ook de groote luiklok van den St. Laurenstoren en het jaar daarop het metalen standbeeld van Erasmus naar het onderwerp van Hendrik de Keyser gegoten werden. Hoe ver zijn naam als bekwaam geschutgieter ook buiten onze grenzen bekend was, bewijzen ons de door Kernkamp uitgegeven memoriën van ridder Theodorus Rodenburg aan den deenschen koning Christiaan IV (1621). Daaruit blijkt, dat koning Christiaan Ouderogge in zijn dienst trachtte te krijgen. De onderhandelingen hadden echter geen resultaat; Ouderogge bleef te Rotterdam tot zijn dood. Zijn prachtige hardsteenen grafzerk met wapen en opschrift in koper ligt nog in de Groote kerk. Cornelis Jansz. (zie vorig art.) is zijn zoon.
Zie: Elias, De Vroedschap van Amsterdam;