[Nitardus of Nicardus]
NITARDUS of Nicardus, titulair-bisschop van Thermopyle in Griekenland, wordt door Coppens in zijn lijst der wijbisschoppen van Utrecht Richardus genoemd; op de lijst bij Eubel komt hij niet voor. Nicardus, priester der preekheerenorde, werd 17 Febr. 1344 door bulle van Paus Clemens VI benoemd tot bisschop van Thermopyle en trad op als wijbisschop van Jan van Arkel. 1345 op St. Mathias verplaatste ‘frater Nijthardus Dei gratia ep. Termopolensis’ (zoo noemt hij zich in de oorkonde) de viering der wijding van een altaar in St. Walburgis te Zutfen. 1351 verrichtte hij eenige wijdingen in het Gasthuis te Delft. Hij heet hier ‘Ricardis Termopolensis’ (dit is wel een drukfout). Hij verbleef 1350 te Avignon aan het pauselijk hof. Dit verblijf was dus maar van korten duur. Van Heussen, Hist. ep. Ultraj. 265, drukt een oorkonde af van ‘Arnoldus episc. Thermopolensis’, wijbisschop van Utrecht, waarbij hij eene beschikking maakt, dat al zijne goederen na zijn dood besteed moeten worden door den bisschop Jan van Arkel voor het begiftigen van de collegiale kerk van Horst bij Rhenen. Deze oorkonde is van 9 Sept. 1347. Juist kan zij niet zijn. Het zou de eenige maal zijn, dat de wijbisschop Arnoldus voorkomt, nog wel in den tijd, dat Nitardus in hetzelfde bisdom dien titel voerde. In de bisschopslijsten van Thermopyle komt geen Arnoldus voor. Van Heussen heeft dus hoogstwaarschijnlijk den naam verkeerd gelezen of geschreven. Intusschen wordt Arnoldus bisschop van Thermopyle als wijbisschop vermeld door vele latere schrijvers o.a. in De Katholiek dl. 108, 4. Te vergeefs zoekt men in de officieele lijsten der titulaire bisdommen een Arnoldus, die met den vermeenden utrechtschen wijbisschop vereenzelvigd zou kunnen worden.
Nitardus komt niet voor op de lijst der bisschoppen bij Quétif et Echard, Scriptores Ord. Praed. of bij de Jonghe, Desol. Batavia Dom. Hij was overleden vóór 31 Mei 1356, toen wegens zijn dood een opvolger werd benoemd.
Zie: Eubel, Hierarchia Cath. I, 510-511; Archief aartsb. Utrecht XXX, 255-256; Hist. ep. Ultraj. 22, 590; Brom, Archivalia in Italië no. 7, 13.
Fruytier