Nieuw Nederlandsch biografisch woordenboek. Deel 6
(1924)–P.J. Blok, P.C. Molhuysen– Auteursrecht onbekend
[pagina 1054]
| |
gaan van den president Melio, ontnomen was aan de Jansenisten, werd David van der Mye 1729 voorloopig als bestuurder aangesteld door de aartshertogin Maria-Elisabeth. Van der Mye had gestudeerd te Leuven aan het Pauscollege en aan de universiteit te Parijs, en den graad behaald van baccalaureus in de theologie. 25 Nov. 1733 verkreeg hij eene prebende in St. Jacob te Leuven. Sinds 1736 voerde hij den titel van president van het college, dat hij bestuurde tot zijn dood. V.d. Mye was de neef van den vicaris-generaal Hoynck van Papendrecht, die de hand had in al de veranderingen en processen, die om het behoud van het college gevoerd werden. D.v.d. Mye gaf in druk uit: Historia sacroprofana chronologice deducta a tempore prophetarum usque ad Christum natum, in qua prophetarum vaticinia quoad historiam illustrantur et completa exhibentur (Lov. Mart. van Overbeke 1748). Eén deel kwam slechts uit. David van der Mye, pastoor van het amsterdamsche Begijnhof en aartspriester, overl. 1709, was zijn bloedverwant. Van dezen laatste wordt een geschilderd portret door J. Pool (?) bewaard op het Begijnhof te Amsterdam. Zie: Analectes hist. eccl. XIX (1883), 156; Bijdragen bisdom Haarlem VII, 239, VIII, 301-07, IX, 356. Fruytier |
|