politieke verwikkelingen van dien tijd en omdat zijne abdij op brabantsch en luiksch grondgebied was gelegen. De elect van Luik, Jan van Beieren, was in vijandschap met den hertog van Brabant, en bijgevolg den abt van Averbode, den kapelaan van den hertog, kwalijk gezind. Hij deed hem met drie zijner kloosterlingen gevangen nemen en gaf hun eerst tegen een zwaren losprijs de vrijheid weer. Nog vele moeilijkheden en schade berokkende hij aan de abdij door zijn eischen en plagerijen. De pastorijen der abdij en het handhaven van regel en tucht gaven den abt veel zorg. In 1414 hield de abt-generaal van Prémontré te Averbode een generaal-kapittel, omdat dit wegens de woelige tijden in de hoofdabdij niet kon plaats hebben. De nagedachtenis van den abt, die niets verzuimd heeft om in zijne abdij steeds met allen ijver het goede te bevorderen, bleef in eere.
Zie: De Norbert. Abdij van Averbode (Averb. 1920) 88-95; Gall. Christ. V, 109; Berlière, Inventaire des div. cameralia des arch. Vaticanes (Rome 1906) 185.
Fruytier