domschool en maakte deel uit van hen, die de tijdelijke zaken van het kapittel in beheer hadden. 13 Jan. (Hoynck van Papendrecht zegt Febr.) 1592 werd hij tot deken gekozen van het kapittel van Sint Pieter. Hij sluit de rij der roomsche dekens, want van Moerendaal bleef onwrikbaar trouw aan de moederkerk en het celibaat.
Juli 1611 stichtte deken Wilger eene studiebeurs in het Pauscollege te Leuven met een kapitaal van 1040 gulden. De stichtingsbrief uit het kerkarchief te Maarsen is afgedrukt in Archief aartsbisdom van Utrecht. Leden zijner familie, Utrechtenaren, studenten der noordelijke provinciën, hadden den voorrang. In 1617 vermeerderde de deken zijne stichting met 200 gulden. De beurs bestuurd door het seminarie te Mechelen bracht in 1880 nog 285 franken op.
In Dec. 1618 schonk de deken 3000 gulden aan het college der paters Jezuïeten te Antwerpen. Deken Wilgerus heeft alles wat mogelijk was gedaan om het katholiek geloof te doen stand houden. 30 Sept. 1611 komt hij voor als vicaris-generaal van Sasbout Vosmeer, het hoofd der katholieken in de Vereenigde Provinciën na den dood van den laatsten aartsbisschop van Utrecht. Ten onrechte beweert v. Heussen, dat Wilger van Moerendaal ook vicaris-generaal geweest is, ‘sede vacante’.
Deken W. Moerendaal overleed in den nacht van 30 Juni op 1 Juli om twee uur, 1619. Hij werd begraven in de St. Pieter onder een zerk, welke hij tijdens zijn leven had uitgekozen.
Zie: Analectes hist. eccl. Belg. V, 395, XVIII (1882) 106; Hoynck van Papendrecht, Analecta Belg. III deel I, 245; dezelfde, Hist. eccl. Ultraj. (Antv. 1733) 45; Archief aartsbisd. Utrecht, XXIV (1897) 165-172; Handboekje zaken R.K. eeredienst 1872, 356.
Fruytier