[Loon, Folkert Nicolaas van]
LOON (Folkert Nicolaas van), talentvol friesch scheepsbouw- en werktuigkundige, geb. te Harlingen 6 Dec. 1775, overl. 13 Dec. 1840, zoon van Mr. Nicolaas van Loon, advocaat en houthandelaar aldaar en Trijntje Schellingwouw. Hij verloor zijn moeder op vier-, zijn vader op zevenjarigen leeftijd en werd nu aan de zorg toevertrouwd van zijn voogd Ds. B. Jongsma te Peins. Hier openbaarde zich reeds zijn aanleg voor den scheepsbouw door het teekenen en samenstellen van kleine schepen. Na zich te Harlingen eerst op den handel te hebben toegelegd, werd hij door de ongunst der tijden genoopt naar een andere betrekking uit te zien. Hij werd in 1798 secretaris van Rauwerderhem, in 1806 commissaris voor de verpondingen, in 1811 ontvanger, later controleur der directe belastingen en maire der gemeente Rauwerd, in 1822 controleur te Dokkum, totdat hij in 1824 van deze betrekking ontslag kreeg en zich vestigde te Harlingen. Gedurende zijn 20-jarig verblijf te Irnsum (gem. Rauwerderhem), waar hij tevens een hout- en boterhandel dreef, hield hij zich steeds met oefeningen in scheepsbouw en werktuigkunde bezig en bezocht daarvoor zelfs buitenlandsche werven. Hij ging daarbij van het beginsel uit, dat de burgerlijke scheepsbouw in Nederland in de laatste jaren niet in dezelfde mate als de scheepsbouw voor de marine en de burgerlijke bouwkunde was vooruitgegaan. De scheepsbouwers waren z.i. te zeer gehecht aan hun oude wijze van bouwen naar de eens gemaakte modellen en legden zich te weinig op de teekenkunst toe. Hij vond nu een nieuwe teekenwijze uit en maakte eenvoudige machinale teekeninstrumenten, waarmede het zeer gemakkelijk was om al de lijnen der teekening van een snelvarend schip te trekken. Met deze uitvinding stond een tweede in verband, n.l. die van de