[Lobatto, Rehuel]
LOBATTO (Rehuel), geb. te Amsterdam 6 Juni 1797, overl. te Delft 9 Febr. 1866, bekend wiskundige, stamde uit het hier te lande welbekende portugeesch-joodsche geslacht Lobatto, dat zich omstr. 1600 in Holland vestigde. Zijn moeder, een da Costa, gaf hem een zorgvuldige opvoeding en leerde hem de zuid-europeesche talen. Reeds als schooljongen toonde hij een bijzonderen aanleg voor wiskunde. Littwack en van Swinderen waren zijn leermeesters en te Brussel Quételet, met wien gezamenlijk hij Correspondance Mathématique et Physique uitgaf. In 1823 publiceerde hij Wiskundige Mengelingen. Had hij reeds op 16-jarigen leeftijd prijzen voor wiskundige vragen behaald, op aanbeveling van den hertog van Ursel werd hij benoemd tot klerk bij het departement van buitenlandsche zaken en werd daar vervolgens adj.-commies, ijker voor maten en gewichten en hoofdinspecteur. Toen volgde zijn benoeming tot adviseur (binnenlandsche zaken), vervolgens tot hoogleeraar aan de academie te Delft (1842) en honorair hoogleeraar aan de polytechnische school aldaar. Menige regeeringsopdracht voerde hij uit; o.a. werd hij naar Parijs afgevaardigd voor de rectificatie van den standaardmeter. Hij was lid-secretaris der commissie voor statistiek, berekende ook het conversieplan van minister Rochussen en onderzocht de statuten en tarieven der Levensverzekering-maatschappijen. Een groot aantal leerboeken en artikelen verschenen van zijn hand, voornamelijk over de hoogere wiskunde. Van 1828 tot 1849 was hij redacteur van de jaarlijksche statistiekuitgave. Prof. Lobatto was doctor honoris causa van de groningsche universiteit, lid der Kon. Academie voor Wetenschappen en voorzitter van het kerk- en armbestuur der nederl. portugeesch.-israël. gemeente te 's Gravenhage. Zijn dochter was gehuwd met den evenzeer bekenden wiskundige Mozes Henriques Pimentel.
Van zijn portret bestaan prenten door C.W. Mieling en een onbekend kunstenaar.
Zie: M. Henriques Pimentel, De Haagsche Joden 1800-1900 in Bijdr. en Med.