[Littwack, Juda]
LITTWACK (Juda), geb. in Polen omstr. 1760, overl. te Amsterdam 15 Januari 1836 (begraven te Overveen). Deze wiskundige en strijder voor de emancipatie der Joden in Nederland, was een leerling van den bekenden duitschen wijsgeer Mozes Mendelssohn, wiens verlichte denkbeelden hem sterk hadden beïnvloed. Toen hij zich te Amsterdam vestigde, werd hij aldra een ijverig lid van de nieuwe joodsche Gemeente ‘Adath Jesoeroen’, die in 1808 gesticht werd door jonge Joden der beide gemeenten uit protest tegen het conservatisme en de anti-fransche gezindheid der oude gemeenten. Met Mr. C. Asser en Dr. H. de Lemon was hij afgevaardigde voor het groote Sanhédryon dat Napoleon in 1806 in het stadhuis bijeen liet roepen; hij hield er op 12 Februari 1807 een redevoering in de duitsche taal. Hij zat ook in de commissie, door den Koning in 1808 ingesteld, om de gemeenten te hereenigen. Littwack stelde zich echter aan het hoofd van de ontevredenen der nieuwe gemeente, die den ritus der nieuwe gemeente wilden behouden. Hij was lid van het genootschap ‘Mathesis Artium Genetrix’ en schreef een Verhandeling over de Proefgetallen gen. II (Amsterdam 1817, 2de uitg. ald. 1821).
Zie: Jewish Encyclopaedia VIII, 140; J.S. da Silva Rosa, De economische en politieke toestand der Hoogd. Joden te Amsterdam in het begin der 19de eeuw (Amsterdam 1916) 23, 40 en 42.
Zwarts