13 Febr. 1838, afbreken Oude Beurs te Amsterdam; 7096: 5 Sept. 1845 hulpbeurs Dam; S. 1440 B: poortje achterhuis v. Daatselaar te Gorinchem waarin koffer Loevestein; A 2605: 18 Maart 1677 begrafenis de Ruyter; 4868 A: 27 Juli 1787 afb. houten monument straatweg Soestdijk.
Etsen van zijn hand zijn o.a. 4 landschappen (één van 1810), een man, een vrouw; ook een steendruk, een landschap.
Zijn portret is geteekend door A.W. Caspari en Voddigel.
Zie: R.v.d. Eynden en A.v.d. Willigen, Gesch. der vaderl. schilderkunst sedert de helft der XVIIIde eeuw (Haarlem 1816-42) III, 206, IV, 216, 308; C. Immerzeel, De Levens en werken der holl. en vl. kunstschilders (Amst. 1843) II, 153; C. Kramm, De Levens en werken der holl. en vl. kunstschilders enz. (Amst. 1857-64) III, 931; G.K. Nagler, Neues allgem. Künstlerlexikon, (München 1835-52), VII, 251; F. Hippert en Linnig, Peintre-graveur holl. et belge au XIX siècle (Bruxelles 1874) I, 547; F. Muller, Ned. historie in platen (Amst. 1863) no. 196, 892, 1898, 5751, 67, 5806, 20, 6039, 6111, 34, 43, 79, 91, 92, 94, 6342, 6791, 6808, 20, 25, 31, 38, 6949, 51, 63, 65, 82, 7096, S. 1440 B, 2605 A, 4868 A, A 6174; J. Veth, Gedenkboek der holl. schilderkunst 1860-90, 34; J.J. de Gelder, 100 teekeningen van oude meesters in het Prentenkabinet te Leiden; A.v. Wurzbach, Nied. Künstlerlexikon II, 9; 's Rijks Prentenkabinet, Amsterdam, aant. kunstenaarsbrieven; H.J. Scholten, Musée Teyler à Haarlem, Catalogue raisonné 1904; G.H. Marius, Holl. schilderkunst der XIXde eeuw (den Haag 1920), 63; H.P. Bremmer, Beeldende Kunsten.
J.M. Blok