Nieuw Nederlandsch biografisch woordenboek. Deel 6
(1924)–P.J. Blok, P.C. Molhuysen– Auteursrecht onbekend
[pagina 888]
| |
zoon van Johannes (2) en Adriana van Hoorn. 4 Juni 1744 nam hij voor het eerst deel aan het H. Avondmaal bij de Remonstranten te Amsterdam. Hij werd in 1745 proponent bij de Remonstrantsche Broederschap en deed 7 Jan. 1748 zijn intrede te Nieuwpoort. Achtereenvolgens bediende hij daarna de gemeenten Amersfoort (1757), Zevenhoven (1760), Schoonhoven (1761); vanuit deze laatste plaats verzorgde hij eenige jaren tijdelijk ook Nieuwpoort, later tezamen met den predikant dier gemeente tevens Gorinchem. Nadat ook Tiel korten tijd in deze combinatie betrokken was, werd er in 1774 een nieuwe regeling getroffen en K. tot predikant der beide laatstgenoemde gemeenten benoemd. In 1787 werd de tielsche kerk geplunderd en de gemeente opgeheven; de combinatie werd vervangen door een vereeniging van Gorinchem met Nieuwpoort, dat thans wederom K.'s woonplaats werd. Ook hier ondervond de onvermoeide grijsaard de moeilijkheid der tijden; de pruisische troepen berokkenden nog in hetzelfde jaar aan zijn beide kerken materieele schade. In 1796 ging de gemeente Gorinchem te niet; in 1799 werd reeds in een vereeniging van Nieuwpoort met Schoonhoven voorzien; de 80-jarige K. echter sloeg nog in 1802 het aangeboden emeritaat af, dat hem daarna in 1804 gegeven werd. Hij moest nog beleven, dat eerst te Schoonhoven en in 1817 ook te Nieuwpoort de predikantsplaats werd opgeheven, waaraan zijn lot gedurende bijna 70 jaar verbonden was geweest. Dec. 1820 werd hij in zijn gemeente herdacht door Ds. Gerard Brandt Maas, die een zoon zijner dochter was, in een lijkrede over Ps. 37:37. Vermoedelijk van zijn hand is een stuk, geteekend A. Koenerding, in den bundel Lykdichten, ter gedachtenisse van .... Bernardus de Bosch, overleden 27 van Wijnmaand 1786 (Amsteldam 1787). Zie: Tideman en Rogge, De Remonstrantsche Broederschap (Amsterd. 1905); arch. der Remonstr. kerk te Amsterdam. Kossmann |
|