[Koekkoek, Barend Cornelis]
KOEKKOEK (Barend Cornelis), landschapschilder, werd geboren te Middelburg 11 October 1803 en stierf te Kleef 5 April 1862. Hij was de leerling van zijn vader Jan Herman Koekkoek en huwde met de dochter van den schilder J.A. Daiwaille. Zijn nalatenschap werd 9 Dec. 1862 te Amsterdam verkocht.
Schilderijen van zijn hand bevinden zich te Amsterdam, 's Rijksmuseum: winterlandschap, ital. landschap, berglandschap, boschgezicht; Amsterd. Sted. Museum: de rukwind, landschap; werken in talrijke particuliere verzamelingen.
Teekeningen van zijn hand bevinden zich te Amsterdam, 's Rijks Prentenkabinet: boschlandschap met herten, boerenwoningen met brug met figuren, boomstudies, boerenwoning in heuvelachtig landschap, gezicht op een duitsche stad, boschstudie, landschap bij Arnhem en twee kinderen, twee zelfportretten, boer op den rug gezien (roodkrijt), berglandschap; Amsterd., Mus. Fodor: bevroren rivier, schaatsenrijders, landschap in storm, beestenmarkt, boerenkermis, oude eik bij water, landschap met boomen en vee, figuren, bevroren rivier langs een bosch met schaatsenrijders, rotsachtig landschap, landlieden biddend voor een kapel; Haarlem, Mus. Teyler: rotsterrein, dorpskermis, schijfschieten, uittocht van de burgerwacht in 1831 naar de grenzen, la Roche de Bayard bij Dinant, bergachtig landschap, bosch; Rotterdam, Mus. Boymans: eenige woningen aan een rivier, rotslandschap, landschapsstudie naar de natuur, boerenwoning aan een weg, bouwval bij een water.
K.'s oeuvre als lithograaf is vrij aanzienlijk; hij heeft een reeks landschappen en boomstudies gemaakt, bovendien eenige bij elkaar behoorende reeksen, Vue pittoresque du Royaume des Pays- Bas, uitg. door Daiwaille en Veldhuyzen, Album lithographique de 1830, Amsterdam, uitg. door J.A. Daiwaille.
Naar zijn ontwerp maakten prenten: J.A. Boland, D.J. Sluyter, L. Schultz, A. Girardot, W. de Koning, Stroobant, J.F. van Lennep, J.D. Steuerwald, Th. Fourmois, A.C. Nunninck, J.A. Daiwaille, H.J.v.d. Hout. M. Maris heeft een 3-tal van zijn schilderijen, waarschijnlijk in zijn jeugd, gecopieerd.
K. schreef: Herinneringen en mededeelingen van een landschapschilder (Amst. 1841).
Van zijn portret bestaat een teekening van hemzelf en prenten door Ch. Bangniet, A. Huessener, W. Chimaer, C. Bentinck, C.F. Eilbracht en H.J. Backer.
Zie: C. Kramm, De Levens en werken der holl. en vl. kunstschilders enz. (Amsterdam 1857-64), III, 896; sup. 95; G.K. Nagler, Neues allgem. Künstlerlexikon (München 1835-52), VII, 115; C. Immerzeel, De Levens en