[Jeltema, Anne]
JELTEMA (Anne), geb. te Leeuwarden 1727, aldaar overl. 1804, werkte jarenlang op de drukkerijen van Koumans, Ferwerda en de Chalmot, totdat hij zelf uitgever en drukker werd. Tot zijn eerste uitgaven behoorden: Nauwkeurige aanmerkingen op een voornaam gedeelte van de Perspectiva of Doorzichtkunde van C.Ph. Jacobsz door zijn vriend Rienk Jelgerhuis (1769); Wegwijzer in het boek van den propheet Jeremias door den joodschen koopman Jacobus Bosch (1770); Smaakelijk Mengelmoes (1771); en De Geestelijke krijgsman (1772). Hij stelde zijn pers vooral in dienst van het politiek pamflet en van kleine boekjes, die betrekking hadden op lokale gebeurtenissen, b.v. Een onverwacht ongeluk op Paaschdingsdag te Dokkum gebeurd, op den trant van Vader Cats (1781); Een klinkdicht op de intreede van Ds. C.C. van Tricht (1781); Bilkers avenpraatje tusschen Jan en Gerrit, spreekende 1e over de exercitiegenootschappen op 't Bildt; 2e over het stemmen van eenen edelman ten landdag; 3e over de verpligtinge welke de Bildtboeren aan het huis van Oranje hebben. Het is zeer waarschijnlijk, dat verscheidene dier pamfletjes van zijn eigen hand zijn. Hij sprak daarin onomwonden zijn antipatriottische gevoelens uit, b.v. in: Morgendroom van Lieuwe Lieuwerts betrekkelijk den met reikhalzen tegemoet gezien wordenden z.g.n. corporaaltjesdag of stemdag der burgerofficieren te Leeuwarden (1786); Heilzaame Raad voor de manhafte Keezen, alias nooit vechtende wapendragers.
Sedert 1757 had hij zich uit ‘liefhebberij voor de dichtkunst’ doen kennen als een aardige verzenmaker, die zich bij allerlei gelegenheden gaarne deed hooren. Zoo verschenen van hem in 1781: Welluidende beuzelingen getiteld het Belkumer raadsel en de Schimper betaald; in 1778: De lotgevallen van den Aartsvader Joseph, vervat in 17 dichtmaatige verklaaringen van zo veele schilderstukken. In 1779 waagde hij het 44 zijner ernstige en boertige verzen uit te geven onder den titel Mengeldichten. Toen deze uitverkocht waren, liet hij een 2e stuk daarop volgen met 47 verzen (1789). Dat deze poëzie in den smaak van het volk viel, bleek uit een derde uitgave, die in 1825 door den archivaris J. van Leeuwen werd bezorgd. Als