[Heems, Erasmus]
HEEMS (Erasmus) komt 1537 voor als pensionaris en raad van prelaat en edelen van Zeeland. Hij had vele beneficies en vicarijen in Zeeland, een bewijs, dat hij in de gunst stond der zeeuwsche collatoren. Eerst kreeg hij het pastoraat van Zoutelande, te voren in bezit van den leuvenschen professor Joh. Godefridi van Wemeldingen (V, kol. 1104). 1529/30 deed Erasmus Heems er afstand van ten voordeele van Marius Heems. 1520/21 werd Erasmus kanunnik van de St. Maartens of Westmonsterkerk te Middelburg. Verder zien wij hem ingesteld worden in vicarijen te Poortvliet en St. Annaland, in het pastoraat te Hoogland. Hij draagt in het register van den officiaal den titel van magister en van doctor utriusque juris. Hij is dus wel dezelfde persoon als de doctor utriusque juris van denzelfden naam door Val. Andreas vermeld als geb. te Godsvelde bij Dixmuiden, die ofschoon niet te Leuven maar elders in de beide rechten gepromoveerd, aldaar werd aangenomen in den raad den universiteit als professor en 1558 te Leuven overleed. 1559/60 was de vicarij van Erasmus Heems te Poortvliet vacant door zijn dood. Hij stichtte beurzen voor alle studiën ten voordeele van zijn bloedverwanten en bewoners van Godevaardsvelde. 1503 was een Erasmus Heems Casletensis deken of voorzitter van de disputen der baccalaurei in de rechten te Leuven. Daar Godsvelde of Godevaardsvelde in het ambacht van Cassel (thans Fransch-Vlaanderen) ligt, is deze Erasmus wel de toekomstige doctor in de rechten.
Zie: Zelandia illustrata I, 92; Grijpink, Register op de parochiën I, Wal. 38, 62, 128, Zuid-Beveland 4, 114, 119; Val. Andreas, Fasti acad. (Lov. 1650) 168, 216; Mémorial belge XI (1867), 559.
Fruytier
Auteursrecht onbekend