[Greeven, Koenraad Hendrik]
GREEVEN (Koenraad Hendrik), geb. 27 Febr. 1798 te Rotterdam, overl. (te Delfshaven?) 5 Juni 1876. Hij studeerde te Utrecht en werd predikant te Schalkwijk 14 Aug. 1825, te Hoogvliet 12 Nov. 1826, te Doetinchem 9 Dec. 1827, te Delfshaven 2 Mei 1830. Hij schreef: Goddelijke redding uit doodsgevaar, een woord ten tijde van de cholera (Amst. 1833); Overdenkingen over het weerzien in de eeuwigheid (Utr. 1839), dat vier drukken beleefde tot 1853 (vergel. Letterk. Magazijn van Welensch. enz. 1853). Gelegenheidsdichten plaatste hij in de Boekzaal.
Zijn portret bestaat in prent door F. Schroeder.
Zie: de Bie en Loosjes, Biogr. Woordenb. van Prot. Godgel. in Ned. III, 331 v.; Kerkelijk Handboek (1903) Bijl., 122; (1907) Bijl., 109, 125; (1910) Bijl., 164.
Knipscheer