den kapitein een zwaar rantsoen af. 1 Apr. 1572 is hij bij de inneming van den Briel. 26 Juni 1572 is hij bevelhebber van Edam en gaat van daar naar Leiden, maar deze stad wilde geen vreemdeling als bevelhebber. Om zijn plunderen werd de Grave een tijd lang door de Staten van Holland gevangen gezet, maar kwam weer spoedig vrij. 7 Sept. 1572 was hij bij Blommaert toen deze Oudenaarde verraste, moest spoedig vluchten naar de zeeuwsche grens en werd 9 Sept. 1572 bij Eecloo door de Spanjaarden in een huis levend verbrand.
Zie: Rahlenbeck, l'Inquisition et la Réform. en Belgique, 255; Janssen en van Dale, Bijdragen II, 323; Comm. Roy. d'Hist. 3e ser. VIII, 325; Altmeyer, Gueux de Mer, 20; Biogr. nat. de Belgique, IX, 463; van Groningen, Gesch. der Watergeuzen, 128, 241; Robijn, Historie der Ketterij in Oudenaarden; Hagedorn, Ostfriesl. Handel 297.
Vogels