[Grande, Bernardus de]
GRANDE (Bernardus de), geb. te Antwerpen 9 April 1610, overl. aldaar 13 Dec. 1666 in het refuge der abdij St. Bernard aan de Schelde, waar hij 24 Aug. 1632 zijne kloostergeloften had afgelegd. Na zijne priesterwijding 20 Dec. 1636 bekleedde hij in de abdij den post van keldermeester en prior, daarna werd hij pastoor in Heerle bij Wouw tot 1648, toen hij bij het in bezit nemen der kerk en pastorie door de protestanten uit zijne parochie werd verdreven. Na eenigen tijd als biechtvader werkzaam te zijn geweest te Leuven en daarna in de abdij te Roosendaal, bij Waelhem, waar hij tevens rentmeester was, keerde hij in 1664 naar de abdij terug. Bij zijn dood te Antwerpen liet hij vele boeken na aan de bibliotheek der abdij.
De abdij St. Bernard te Bornhem bewaart van hem in hs. Opcomste ende bloei der abdij Roosendaal, 1 vol. in 4o, 200 pag., opgedragen aan de abdis van Roosendaal 14 Aug. 1664.
Zie: van Doninck, Obituarium monasterii Loci St. Bernardi (Lérins 1901) XXXVI, 164; Krüger, Kerk. gesch. bisdom Breda III, 433; L. Janssen, Het klooster van Rozendal (Mechelen 1886) 35, 41, 51.
Fruytier