Nieuw Nederlandsch biografisch woordenboek. Deel 6

[Gosuinus, Thomas]

GOSUINUS (Thomas) of Goswinius, geb. te Kampen, studeerde te Leiden en was predikant te Kampen in 1597. Remonstrantsch gezind, schreef hij: Oprecht ende claer bericht, waerin cortelijck tegens een ander gestelt is; I. Wat die Predicanten van Campen hier ondergeschreven van die hedendaechsche verschillen over 'tstuck van de Praedestinatie .... gevoelen. II. Wat dieselvige oock daer tegens als Onwaerheyden verwerpen (1617). Zijne in dezen titel bedoelde ambtgenooten waren met hem van hetzelfde gevoelen. Dit werk lokte tegenschriften uit, en noodzaakte Gosuinus zich voor de synode van Overijsel te verantwoorden, wat hij schriftelijk deed (Reitsma en van Veen, Acta V, 304 v.). De dordtsche synode zette hem 24 April 1619 af. Tot 1623 zwierf hij in balling-

[p. 609]

schap, waarna hij te Kampen de Acte van stilstand onderteekende en er ambteloos bleef wonen. Brandt zegt dat zijn verlies (wanneer hij stierf is niet bekend) den Remonstranten ‘seer smartelijk viel’.

Zie: de Bie en Loosjes, Biogr. Woordenb. van Prot. Godgel. in Ned. III, 313 v.; Catalogus van handschr. op de bibl. der Rem. Gem. te Rotterdam (1869) no. 313 v., 1180 v.

Knipscheer