zinden toen. In Nov. 1561 schijnt hij het plan gehad te hebben weer naar het vasteland terug te keeren, blijkens een toen voor hem in gereedheid gebracht getuigschrift. Of hij metterdaad vertrokken is? In allen gevalle Febr. 1562 zint hij erop te Londen een latijnsche school op te richten; in Maart van dat jaar legt hij te dier stede openbare belijdenis af, om er den 1en April d.a.v. in ondertrouw te worden opgenomen met Maria Stercke. In 1568 treffen we Gallinaceus als voorganger der nederlandsche vluchtelingenkerk te Lynn aan. Met den aanvang van de vrijheid heeft deze hem echter aan het vaderland moeten afstaan. Najaar 1572 was hij predikant te Delft. Vóór 16 Febr. 1573 verruilt hij deze standplaats met Dordrecht. Is het zijn conflict met den burgemeester dier stad, dat hem genoopt heeft spoedig daarop naar den Briel te gaan? Hoe dit geweest zij, reeds vóór den 4en Mei stond hij daar, tot 19 Oct. 1574, toen hij, kort nadat hij de nationale synode van dat jaar te Dordt had bijgewoond, is gestorven. Ook daar kwam hij met de politieken in conflict naar aanleiding van het verlangen van Treslong, dat voor zijn kind huisdoop zou worden toegestaan.
Zijn vertaling van Bullingers Homiliae over het boek Daniël is wellicht niet uitgegeven. Wel echter verscheen zijn translatie van Calvijns
Harmonia, dat is een tsamenstemminghe gemaect uut de drie evangelisten.
Zie: de Bie en Loosjes, Biogr. woordenb. van Nederl. godgeleerden in voce; J.H. Hessels, Ecclesiae Londino- Batavae Archivum II en III, registers in voce; Werken der Marnixvereeniging S II, dl. III en S. III, dl. V, registers in voce; G.D.J. Schotel, Kerkelijk Dordrecht I (Utr. 1841), 72 (Gerardus Martini); Kerkeraadsprotocollen der Nederduitsche Vluchtelingenkerk te Londen (Amst. 1921) register in voce; A.A. van Schelven, De Nederduitsche Vluchtelingenkerken ('s Grav. 1909) 202.
van Schelven