Nieuw Nederlandsch biografisch woordenboek. Deel 6

[Fransz, Wouter]

FRANSZ (Wouter), bijgen. den Hollander, geb. te Alkmaar, datum onbekend, overl. waarsch. te Dordrecht, schipper aldaar, zoon van Frans den Hollander, uit Groningen.

Hij komt het eerst bij de Watergeuzen voor in Aug. 1568, toen hij van een Haarlemmer schipper in het Buse Diep een schip had genomen; de Oostfriezen namen dit hem weer af. In voorjaar 1569 plundert hij op de Eems; hij wordt nu luitenant van Jan van Troyen en is met dezen 13 Juni 1570 bij Borkum en 15 Juni 1570 bij het Vlie, waar Jan van Troyen door de Spanjaarden werd gevangen genomen. Sept. 1570 woonde hij in Emden en liet zich als burger van deze stad inschrijven. Die van Norden namen hem gevangen en brachten hem naar Berum, maar in den winter 1570-1571 ontsnapte hij uit de gevangenis. Maart 1571 komt zijn naam

[p. 522]

weer voor onder de kapiteins der Watergeuzen; 10 Febr. 1572 verloor hij zijn schip in het ijs bij Texel en in Maart 1572 was hij met de vloot van admiraal graaf van der Marck in Engeland. Op 1 Apr. 1572 is hij bij de inneming van den Briel en 25 Juni 1572 bij de inneming van Dordrecht door de Watergeuzen. Wouter Fransz vestigde zich in deze stad en werd later ouderling bij de Hervormde gemeente. Later is zijn naam niet meer gehoord.

Zie: Franz, Ostfriesland und die Niederl. 86, 140, 163, 179, 180, 227; van Vloten, Nederl. Volksopst. (1858) I, 194, 303, 325, 328; Defensionales, 88, 92; van Groningen, Gesch. der Watergeuzen, 234; Hagedorn, Ostfriesl. Handel, 291.

Vogels