[Does, Adriaen van der (1)]
DOES (Adriaen van der) (1), zoon van Adriaen die te 's Gravenhage woonde en wiens gade Digna of Dympna Goudt als weduwe aldaar in 1559 overleed en in de St. Jacobskerk 5 Maart 1559 werd overluid.
Hijzelf woonde te Rotterdam, was dijkgraaf en baljuw van Delfland en Schieland en behoorde tot de personen, die in 1567 voor commissarissen van den Hove zijn gedagvaard en gecompareerd tot aflegging van den vereischten eed van trouw aan den koning. Als nauw verwant aan Janus Dousa was hij 22 Sept. 1566 onder de getuigen bij diens huwelijkscontract met Elisabeth van Zuylen van de Haer. Wanneer hij overleed is tot heden niet bekend. Hij huwde met zijn nicht Maria van Borselen, dochter van Nicolaes Jacobsz. van B. en van Elisabeth van der Does. Uit dit huwelijk sproten drie dochters: Maria, echtgenoote van Jan van Gelmen (hofmeester van Willem Lumey graaf van der Marck), Josina, non te Leeuwenhorst, en Digna van der Does.
Zie: d'Yvoy van M. en Beeldsnijder, Verb. en Smeekschr. der Ned. Edelen, 74 (zijn handt. op pl. 2 no. 106); Jaarb. Ned. Adel V, 92 (Genealogie van der Does door C.J. Polvliet); M.G. Wildeman, Rentm. reken. Gr. Kerk 's Grav. 1557-67.
Regt