[Dillen, Vincentius Henricus]
DILLEN (Vincentius Henricus), geb. te Moll 1758, professor der theologie te Leuven, deken van het kapittel te Roermond, groot-ridder der Christusorde, overleed te Krems bij Weenen 21 Apr. 1845. 1778 behaalde Vinc. D. bij de promotie der filosofie als student van den Borcht de 18de plaats van 133. De studie der theologie volgde hij als student in het hollandsch college den Hoogen Heuvel. Hij was een der bekendste aanhangers van het Josephisme en een volger der onrechtmatige decreten van de regeering. 1788 werd hij benoemd tot professor der theologie, met tijdelijke schorsing, totdat hij van zijn collega's 30 Juni 1788 den titel van licentiaat verkreeg, terwijl de theologische faculteit verstrooid was (vgl. Wekelijks nieuws uyt Loven VII, 1788, 2). Hij was ook als baccalaureus professor aan het séminaire général van Josef II en gaf de grieksche lessen en de lessen in het Nieuw Testament. Tijdens een bezoek van keizer Jozef II aan Leuven was hij diens bijzondere gunsteling. Na den uittocht der professoren van de universiteit, die zich bleven verzetten tegen de dwangmiddelen van den Keizer, werd Dillen door de regeering aangesteld als bestuurder van de pedagogie Het Verken en 1 Oct. 1788 van het college van den H. geest. 2 Nov. kwamen de studenten in opstand. Soldaten werden gezonden om de orde te herstellen en eenige studenten gevangen te zetten. Den volgenden dag waren alle leerlingen gevlucht. Door den voortgang der brabantsche revolutie was Dillen genoodzaakt te vluchten. Hij nam de wijk naar Frankrijk en verkreeg 1791 den graad van licentiaat in de rechten aan de universiteit te Reims. Met de Oostenrijkers keerde Dillen naar de Nederlanden weer. 15 Sept. 1791 werd hij door de regeering benoemd tot deken van het kapittel van Roermond en gegradueerd kanunnik. Hij komt voor op de lijst der emigranten 1 Aug. 1796 als afwezig te Roermond sinds den intocht der Franschen Hij vluchtte naar Oostenrijk, waar hij
rijkelijk van kerkelijke beneficies werd voorzien.
Een geschilderd portret van Dillen, bewaard te Krems, vindt men afgebeeld in: Bulletin du cercle archéologiqueliit. et hist. de Malines, IV, 1889.
Zie: Kerstens, Journal histor. XII, 95-96;