[Cuylen, Nicolaus]
CUYLEN (Nicolaus), priester, geb. te Bladel (N.Br.), omstr. 1600, was de zoon van Jan, den zoon van Hendrik, en van Joanna Wijs, overleed te Turnhout 23 Mei 1677. Hij was afkomstig uit een aanzienlijke familie, die, trouw gebleven aan den koning van Spanje, van Utrecht naar Tilburg verhuisd was. Na zijne priesterwijding werd hij 1628 pastoor te Bladel en 1629 onder-pastoor te Turnhout en vervolgens pastoor van het begijnhof, 1636. Hij was een man, begaafd met een rijken geest doch van zwak gestel. In 1645 werd hij tevens benoemd tot deken van het kapittel der St. Pieterskerk te Leuven, van welk ambt hij in 1676 afstand deed, een jaar vóór zijn dood. Hij stichtte voor zijn overlijden eenige beurzen in het college der theologanten te Leuven, welke in 1877 nog 428 franc opbrachten. Bij de begeving hebben zijn bloedverwanten de voorkeur, dan de inwoners van Bladel, vervolgens de misdienaars van Turnhout. Hij overleed in het begijnhof, waar hij pastoor was gebleven en werd in de kerk vóór het groot altaar begraven.
Zie: Analectes hist. eccl. Belg. XVII (1881) 198, 205; J.E. Jansen, Turnhout in het verleden II (Turnh. 1905), 191, 207; Wekelyks nieuws uyt Loven VI (1775), 266; Schutjes, Gesch. bisdom den Bosch II, 261, III, 284; Handboekje R.K. Eeredienst (1872) 351; Mémorial belge XII (1868), 533.
Fruytier