en in Vlaanderen met geweld zich hadden meester gemaakt van de regeering, 1578, woedde in geheel Vlaanderen een hevige vervolging tegen de Katholieken, in het bijzonder tegen de priesters. In Hengstdijk en in de omliggende parochies werden hun de kerken ontnomen en de priesters verdreven. Pastoor Christiaens met zijn ordesgenoot, den pastoor van het naburige Pauluspolder, zocht een toevlucht te Brugge, doch spoedig werden zij uit de stad gebannen. Terwijl hij in Vlaanderen rondzwierf, werd hij gevangen genomen en na een harde gevangenschap van vele maanden eindelijk losgelaten, 1581. Hij vertrok toen naar Frankrijk en verbleef een tijd te Parijs. Toen de orde in Vlaanderen hersteld was, keerde hij naar Drongen weer, waar hij 1592 supprior was in de abdij en onderpastoor der parochie. Daarna werd hij pastoor te Baerle en 1608 keerde hij weder naar de abdij, waar hij de ambten van cellier, novicenmeester en prior meermalen waarnam. Als prior nam hij 1618 ontslag. 1625 komt hij nog voor als provisor en jubilarius.
Zie: J.J. de Smet, Recueil des chroniques de Flandres 1, 662, 664, 667, 674, 676, 678.
Fruytier