[Cats, Matthijs]
CATS (Matthijs), Matthias Felisius, zoon van Cornelis Cornelisz. Cats, broeder van Adriaan (zie boven), geb. te Brouwershaven, studeerde te Leuven, trad al spoedig toe tot de orde der Franciscanen, was achtereenvolgens lector der theologie te Leuven, gardiaan van de kloosters zijner orde te Mechelen en te Leuven en werd 8 Augustus 1576 tot provinciaal zijner orde gekozen. Hij overleed 6 Maart 1576 te Leuven en is begraven in het koor der kloosterkerk aldaar. Van de werken van dezen ‘vir eximiae pietatis et eruditionis’ zijn bekend: Catholica praeceptorum Decalogi elucidatio (Antwerpen, Plantijn, 1573, de tweede druk is opgedragen aan Cunerus Petri, bisschop van Leeuwarden, hetgeen J.G. Frederiks mede aanleiding geeft, bloedverwantschap tusschen beiden te onderstellen) en Institutionis Christianae Catholica et erudita elucidatio, secundum methodum a Magistro II Sententiarum observatam (Antw. Plantijn 1575).
Zie: F. Nagtglas, Levensberichten van Zeeuwen I, 109, 212; Zelandia Illustrata, II, 182; P.D. de Vos, Kleine bijdrage tot de kennis van de naaste voorouders en familie van Jacob Cats, in de Nederlandsche Leeuw, 1919; J.G. Frederiks, Mathias Felisius, Cunerus Petri en Jacob Cats in de Katholiek, deel CI; A.F. Nieuwenhuizen, Henricus van Biesten, Franciscus Claus etc. in Bijdragen voor de geschiedenis van het bisdom Haarlem, deel IX.
Felix