[Capella, Petrus Jacobi of Jacobsz. de]
CAPELLA (Petrus Jacobi of Jacobsz. de), Cappella, van de Capelle, Kapelle, priester, kanunnik van St. Martinus of Westmonster te Middelburg, deken van de collegiale-kerk te Kapelle, Zuid-Beveland, overleed omstreeks 1525 of 1526.
1504 werd magister Petrus Jacobi de Capelle door Petrus van Capelle, waarschijnlijk zijn bloedverwant, den Norbertijnerabt van Middelburg, collator der vicarij te Oost-Souburg, benoemd tot kapelaan aldaar. Na deze benoeming ontstond er verschil over het collatierecht met Anna van Bourgondië, die een harer bloedverwanten benoemde, Jacob van Bourgondië. De scheidsrechters, Johannes van Zijl, deken van Zandenburg, en Joannes van Wemeldingen stelden den abt in het gelijk. Petrus van Capelle deed om vredeswille afstand van zijn recht en een familielid van Bourgondië verkreeg de vicarij. Magister Petrus de Capella verkreeg nu 1505 een vicarij aan het St. Andreasaltaar in de Westmonster te Middelburg, en de parochie Welzinge op Walcheren, waarvan hij reeds in Febr. 1506 weer afstand had gedaan aan den abt van Middelburg. Door den dood van Johannes van Zijl, deken van Kapelle, tot collegiale kerk ingericht door Vrouwe Anna van Bourgondië, kwam magister Petrus in bezit van verschillende beneficies. Hij volgde dezen op in het pastoraat van Oost-Souburg en het dekenaat van Kapelle. De waardigheid van deken werd hem door twee mededingers betwist, Jodocus Joh. Tymmerman en Johannis Herdink, die een proces begonnen, doch magister Petrus zegevierde. 1515/16 werd P. de Capella kanunnik van Sint Martinus of Westmonster te Middelburg. 1520/21 deed hij afstand van deze kanunnikdij en van zijne vicarij in de Westmonster. Hij verkreeg daarentegen een vicarij te Nieuwland, dekenij Zuid-Beveland, die 1525/26 open was door zijn dood, evenals een vicarij aan O.L. Vrouwealtaar te Iersekendam. Van de parochie 's Heerabtskerke deed hij 1523/24 afstand.
2 Juni 1515 werd te Utrecht of Wijk tot priester gewijd Petrus Jacobi de Capella. Zeker is het niet maar toch wel mogelijk, dat deze dezelfde persoon is als de deken.
Zie: Grijpink, Register op de parochiën (Amst. 1914) I, Wal. 61, 62, 63, 95, 96; Zuid-B. 41, 65, 98, 182; Bijdr. bisdom Haarlem VII, 409, VIII, 149; Archief aartsb. Utrecht XXIV, 11.
Fruytier